aflakken
- af·lak·ken
- samenstelling van af bw en lakken ww
aflakken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aflakken |
lakte af |
afgelakt |
zwak -t | volledig |
- de laatste lagen verf aanbrengen; iets afmaken
- Gerard en Karin hebben wel een handje meegeholpen met het aflakken van de kast en het bureau. Karin: "Het resultaat is onvoorstelbaar. Zelf hadden we nooit zo veel geld in de zolder gestoken. Met vijf nieuwe dakramen is de zolder heel licht en ruim geworden", vertelt Karin. In een hoekje zijn haken bevestigd waar kleurige doeken aan hangen waarmee de kinderen telkens een andere hut kunnen maken. [2]
- Ik bouw graag huizen, maar heb een hekel aan het aflakken van het kozijn en de plinten. [3]
- Na de zomer werken de mannen verder. Ze hebben nog veel werk voor de boeg: naden dichten, opbouw maken, elektromotorgedeelte installeren en het geheel met zes lagen aflakken. "We hopen volgend seizoen ermee te varen. Ik ben ook schipper, en als straks met deze zomp vaar, voel ik mij ontzettend trots." [4]
- Het woord aflakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aflakken" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 16-09-08 Hobbyzolder krijgt nieuwe 'look'
- ↑ Tubantia 01-10-15 Korpschef Nationale Politie Gerard Bouman stapt op
- ↑ Tubantia 27-07-17 Zomp in Enter met een koninklijk tintje
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be