afgodin
- af·go·din
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afgodin | afgodinnen |
verkleinwoord |
de afgodin v
- vrouwelijke godheid die de spreker of schrijver vanuit zijn religie niet als ware god erkent
- (figuurlijk) vrouw die men vereert
- Het woord 'afgodin' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afgodin" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be