affodil
- af·fo·dil
- via Middelnederlands affodillus van Latijn asphodelus [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | affodil | affodillen |
verkleinwoord |
de affodil v
- (bloemplanten) benaming voor planten uit het geslacht Asphodelus
- bepaald soort sierplant, Asphodelus albus
- symbool van de dood
- Het woord 'affodil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "affodil" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ affodil op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be