afføre
- af·fø·re
Naar frequentie | 120703 |
---|
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afføre |
affører |
afførte |
afført |
volledig |
afføre
- wederkerend: zich uitkleden, (kleding) afdoen
- afføre in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk