afblokken
- af·blok·ken
- samenstelling van af bw en blokken ww
afblokken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afblokken |
blokte af |
afgeblokt |
zwak -t | volledig |
- uitgeput raken door heel hard te studeren
- zorgen dat iets niet verder kan gaan
- Dat betekent niet dat we als vakbond de digitalisering willen afblokken, maar het is aan de sociale partners en de overheid om preventief via vorming en begeleiding iedereen te helpen om vooruit te blijven gaan, terwijl digitalisering en nieuwe technologie hun intrede doen.’ [2]
- We willen het gesprek gaande houden en niet afblokken. [3]
- De film bevat een scène waarin een twaalfjarige jongen voor een publiek van gelovigen een ter dood veroordeelde met een slagersmes de keel doorsnijdt. Het afblokken van de scène maakt het gevoel van weerzin en walging niet kleiner. [4]
- reserveren van een (zit)plaats
- Nu moeten we ook nog eens euro 84.00 betalen per persoon om een stoelnummer te krijgen. En dan heb ik het enkel over de vlucht Miami - London. Willen we Londen - Amsterdam afblokken dan moeten we daar ook weer voor gaan betalen. [5]
- [2] blokkeren
- Het woord afblokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afblokken" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 2 JUNI 2018 ‘Voer sociale zekerheid als onderwijsvak in’
- ↑ Reformatorisch Dagblad 08-04-2005 Prot. Kerk stelt gereformeerde adviesraad in
- ↑ Het Parool 24 NOVEMBER 2009 De kwestie Afghanistan op het Idfa
- ↑ De Telegraaf 20 nov. 2014 Extra lezersreacties: als haringen in een ton
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be