• ad·vents·stuk
enkelvoud meervoud
naamwoord adventsstuk adventsstukken
verkleinwoord

het adventsstuko

  1. (religie) (kerst) stukje met dennengroen en 4 kaarsen dat men maakt voor de laatste maand voor kerstmis
     Klassieke adventsstukken worden vaak gemaakt met bessen, dennenappels of takken van naaldbomen. Wil je liever een moderne adventskrans of een modern adventsstuk maken, dan kun je net als ik kiezen voor eucalyptus en gipskruid. Ook droogbloemen, vetplantjes en bijvoorbeeld een zwarte, metalen schaal geven een moderner uiterlijk. Voor een minimalistische adventskrans kies je maar één of twee soorten materiaal, bijvoorbeeld mos of een soort bessen.[1]
  1.   Weblink bron
    MARITA
    “Een adventskrans of adventsstuk maken” (28 nov. 2020)