adventskrans
- ad·vents·krans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adventskrans | adventskransen |
verkleinwoord |
de adventskrans m
- (kerst) (religie) een hangende of op tafel liggende ronde krans van gevlochten dennen- of sparrengroen als symbool van hoop, met vier kaarsen waarvan tijdens de advent er elke zondag één meer wordt aangestoken
- De adventskrans stond midden op de tafel.
- Het woord adventskrans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.