Adventskrans
  • ad·vents·krans
enkelvoud meervoud
naamwoord adventskrans adventskransen
verkleinwoord

de adventskransm

  1. (kerst) (religie) een hangende of op tafel liggende ronde krans van gevlochten dennen- of sparrengroen als symbool van hoop, met vier kaarsen waarvan tijdens de advent er elke zondag één meer wordt aangestoken
    • De adventskrans stond midden op de tafel.