Nederlands

 
admiraalsuniform
Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·mi·raals·uni·form
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord admiraalsuniform admiraalsuniformen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de admiraalsuniformv / m, het admiraalsuniformo

  1. (militair) (kleding) de officiële, ceremoniële kleding van de bevelhebber van de marine
     Normaal moet een organisatie er 100 jaar op wachten, maar Artis kreeg 14 jaar na de oprichting in 1838 al het predicaat van koning Willem III uitgereikt. De dierentuin kreeg tegelijk een paar ringfazanten van Paleis Het Loo en een schilderij van Nicolaas Pieneman waarop de koning zelf in admiraalsuniform stond afgebeeld. Willem III was een groot liefhebber van Artis en bezocht het park regelmatig, net zoals zijn nakomelingen. Sinds 2002 is prinses Margriet beschermvrouwe van het dierenpark.[2]
     De elfde Earl van Sandwich, John Montagu schudde zijn hoofd over dit gemanipuleer met de waarheid over het vreselijke lot van zijn verre voorvader, die van het brandende schip was af gesprongen en verdronken. Zijn lijk spoelde later aan, slechts herkenbaar aan zijn geschroeide admiraalsuniform.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Artis mag zich koninklijk blijven noemen” (27-02-2013), Tubantia
  3.   Weblink bron
    STAN HUYGENS
    “Britse kranten brachten koninklijk nepnieuws” (8 juni 2022), De Telegraaf