ademhalingsapparaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • adem·ha·lings·ap·pa·raat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ademhalingsapparaat ademhalingsapparaten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het ademhalingsapparaato

  1. (fysiologie) geheel van de lichaamsdelen die zorgen voor het opnemen van zuurstof en het uitscheiden van kooldioxide
     Het plotselinge verbod op de verkoop van steenkool in Dublin, waar het kolenstoken hoge concentraties roet en SO2 teweeg bracht, deed sterfte aan aandoeningen van het ademhalingsapparaat met ruim 15 procent afnemen (…).[1]
     De vleesetende dinosauriërs hadden bijvoorbeeld geen zware, met merg gevulde botten. Hun botten waren hol. Waarom, is niet helemaal duidelijk. Misschien was het in eerste instantie een aanpassing die verband hield met de temperatuurhuishouding of de ademhaling (bij vogels zijn sommige botten gevuld met zogeheten luchtzakken die onderdeel uitmaken van het ademhalingsapparaat).[2]
  2. (fysiologie) toestel dat het lichaam helpt bij het opnemen van zuurstof en het uitscheiden van kooldioxide
     Vasilis Iliopoulos, een jonge leraar, houdt zijn grootvader vast die aan een ademhalingsapparaat is gekoppeld. „Ik ben opa in zijn bergdorp gaan halen en daarna zijn we door de vlammen naar beneden gescheurd”, zegt Iliopoulos. „Wie traag was, bleef achter in het vuur.”[3]
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Karel Knip
    “Fijn venijn” (18 juni 2005) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Marcel aan de Brugh
    “Van dino tot vogel” (16 januari 1999) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Tijn Sadée
    “‘Peloponnesos verandert in crematorium’: ‘Als Olympia verbrandt, hangt de premier’” (27 augustus 2007) op nrc.nl