achterman
- ach·ter·man
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterman | achterlui achterlieden achtermannen |
verkleinwoord |
de achterman m
- (militair) man die in het tweede of derde gelid staat
- iemand die achterop een schip werkt
- iemand die die een ander het vuile werk laat opknappen maar zelf verborgen blijft
- ▸ Deze zomer komt er een interventieteam waarin gemeenten, Arbeidsinspectie, Belastingdienst, politie, douane en uitkeringsinstanties samenwerken. Dit team wil volgens burgemeester Jos Waals de ’achtermannen’ pakken die achter de illegale huisvesting en uitbuiting zitten van de buitenlandse werknemers.[2]
- land dat een ander land steunt in een oorlog, zonder zelf actief deel te nemen aan die oorlog
- Het woord achterman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Ontruiming boerderij met buitenlandse werknemers” (23 april 2009), Reformatorisch Dagblad