• ach·ter·lijf
enkelvoud meervoud
naamwoord achterlijf achterlijven
verkleinwoord achterlijfje achterlijfjes

het achterlijfo

  1. het achterste van de drie delen van de gelede dieren
    • Het achterlijf van het dier was ernstig beschadigd. 
96 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be