achterleen
- Geluid: achterleen (hulp, bestand)
- ach·ter·leen
- samenstelling van achter bw en leen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterleen | achterlenen |
verkleinwoord |
- leengoed dat men van een leenman in leen heeft gekregen; leen in de tweede graad
- Het woord 'achterleen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.