achterkamerpraktijk

  • ach·ter·ka·mer·prak·tijk
enkelvoud meervoud
naamwoord achterkamerpraktijk achterkamerpraktijken
verkleinwoord

de achterkamerpraktijkv / m

  1. (pejoratief) (politiek) besluitvorming zonder discussie in een volksvertegenwoordiging en met vermijding van openbaarheid
     De heer Van Hattem (PVV): Dank, voorzitter. Ik hoor de heer Everling een grote sprong voorwaarts maken, maar hij benoemt zich als grootste oppositiepartij, en dat het allemaal op een andere manier moet, maar ik moet toch vaststellen dat wat de SP hier doet eigenlijk gewoon één grote achterkamerpraktijk is, door zichzelf als grootste oppositiepartij te positioneren en maar even met het CDA in conclaaf te gaan in de achterkamers, buiten andere oppositiepartijen om. Want als u dan toch namens de oppositie spreekt, waarom is dan niet de rest van de oppositie gewoon geraadpleegd hieraan vooraf en is dit in één keer overhaast in één grote macht-scheiden-poging op tafel gelegd?[1]
  1. “Besluit 50/21 - Dashboard NoordBrabant - iBabs RIS” (19 juli 2023, 20:38)