achtergrondstraling

  • ach·ter·grond·stra·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord achtergrondstraling achtergrondstralingen
verkleinwoord - -

de achtergrondstralingv

  1. (natuurkunde) gewoonlijk aanwezige stroom van fotonen of deeltjes kleiner dan atomen
    1. (astronomie) warmtestraling uit alle richtingen in het heelal, veroorzaakt door de oerknal
      • Vanuit luchtballonnen en satellieten wordt nu de nachtelijke hemel nagemeten, en de temperatuurfluctuaties van de achtergrondstraling worden uiterst nauwkeurig vastgelegd. [1]
    2. (medisch) radioactiviteit die van nature al in de omgeving aanwezig is
      • Zij klagen over toegevoegde hoeveelheden straling die veel lager liggen dan de niveaus van natuurlijke achtergrondstraling waaraan wij vanaf het begin van ons materieel bestaan hebben blootgestaan. [2]