Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·flap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterflap achterflappen
verkleinwoord achterflapje achterflapjes

Zelfstandig naamwoord

de achterflapm

  1. over het achterplat naar binnen gevouwen deel van een boekomslag
  2. stuk doek dat aan de achterkant van iets hangt
     Ik droeg een pet met een lange achterflap om mijn nek te beschermen tegen de zon.[1]
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers