achronologisch
- achro·no·lo·gisch
- afleiding van chronologisch met het voorvoegsel a-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | achronologisch | achronologischer | |
verbogen | achronologische | achronologischere | |
partitief | achronologisch | achronologischers | - |
achronologisch
- niet naar tijdstip gerangschikt
- ▸ Enquist neemt ons hinkstap- sprong en achronologisch mee door de tijd, langs de levensfasen van een opgroeiend meisje.[1]
- Het woord achronologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Anna Enquist: Contrapunt” (9 oktober 2008), Het Parool