acceleratievermogen

  • ac·ce·le·ra·tie·ver·mo·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord acceleratievermogen acceleratievermogens
verkleinwoord

het acceleratievermogeno

  1. de capaciteit van iets of iemand om te kunnen versnellen
     Bol vindt dus dat er nog vooruitgang geboekt kan worden. Ze praat over haar techniek bij het nemen van de horden, haar acceleratievermogen en het feit dat ze nog meer ervaring moet opdoen.[2]
     Hoewel de traditionele sprint van 0 tot 100 km/u in de praktijk niet bijster veel meer oplevert, blijven autofabrikanten elkaar voortdurend uitdagen om de snelheidsgrenzen te verleggen. In september nog werd de Bugatti Chiron de eerste auto ooit die door de magische grens van 300 mijl per uur (ca. 490 km/u!) beukte, maar als het gaat om puur acceleratievermogen zou de 1.500 pk sterke hypercar voortaan zijn meerdere moeten erkennen in deze Japanse nieuwkomer: de Aspark Owl.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Supertalent Bol ziet verbeterpunten na olympisch succes en deelt geheim van de smid” (ZA 1 JANUARI 2022), NOS
  3.   Weblink bron “Deze onbekende Japanse supercar sprint sneller dan een Bugatti” (13-11-2019), Tubantia