academiehoogleraar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aca·de·mie·hoog·le·raar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord academiehoogleraar academiehoogleraars
academiehoogleraren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de academiehoogleraarm

  1. (onderwijs) professor aan een universiteit die is aangesteld door een vereniging van wetenschappers

Gangbaarheid

Meer informatie