• Afkomstig van het Latijnse woord abrogatus, het voltooid deelwoord van het Latijnse werkwoord abrogare (= annuleren) met het voorvoegsel ab-.
vervoeging
onbepaalde wijs to  abrogate 
he/she/it  abrogates 
verleden tijd  abrogated 
voltooid
deelwoord
 abrogated 
onvoltooid
deelwoord
 abrogating 
gebiedende wijs  abrogate 

abrogate

  1. overgankelijk (bijv. om slavernij) afschaffen
  2. overgankelijk, (juridisch) (bijv. een wet) formeel afschaffen, intrekken
  3. overgankelijk (om verantwoordelijkheid) afwijzen