• aarts·pro·feet
enkelvoud meervoud
naamwoord aartsprofeet aartsprofeten
verkleinwoord aartsprofeetje aartsprofeetjes

aartsprofeet

  1. (religie) belangrijke profeet, een van de grote profeten uit de Bijbel
    • o Karmel! dat vrij 't heidendom
      U eere alöm
      Als lustplaats van dien Wijzen -
      Uw lof wordt eindloos meer verbreed,
      Hoor, hoor mijn zangtoon rijzen,
      Voor u,voor d'Aartsprofeet:
      Elias! (...)
       [1]
  1. Os
    , J. van (1787). Gedichten, p. 158. Uitg.: Isaac van Cleef.