Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aard·be·vings·me·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardbevingsmeter aardbevingsmeters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aardbevingsmeterm

  1. (geologie), (techniek) toestel waarmee men de aard en de kracht van aardtrillingen kan meten
     Springende NAM-medewerkers laten aardbevingsmeter in Weerselo uitslaan[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Video:Springende NAM-medewerkers laten aardbevingsmeter in Weerselo uitslaan” (16-02-2016), Tubantia