aardappelschil
- aard·ap·pel·schil
- samenstelling van aardappel en schil
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardappelschil | aardappelschillen |
verkleinwoord | aardappelschilletje | aardappelschilletjes |
- de schil van een aardappel
- ▸ Maar toen ze zich had voorgesteld dat ze het in de vuilnisbak gooide, op de aardappelschillen, het vettige verpakkingsmateriaal en de proppen keukenpapier, had ze - misschien vanwege dat Voor Birdie- haar vingers stijf om de rug van het boek geklemd.[1]
1. de schil van een aardappel
- Het woord aardappelschil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Amanda Block“De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647