aardappelschillen

  • aard·ap·pel·schil·len

de aardappelschillenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aardappelschil
     Maar toen ze zich had voorgesteld dat ze het in de vuilnisbak gooide, op de aardappelschillen, het vettige verpakkingsmateriaal en de proppen keukenpapier, had ze - misschien vanwege dat Voor Birdie- haar vingers stijf om de rug van het boek geklemd.[1]
  1. Amanda Block
    “De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647