Nederlands

 
het verbranden van aardappelloof
 
aardappelloof
Uitspraak
Woordafbreking
  • aard·ap·pel·loof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardappelloof
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aardappelloofo

  1. het groene, bovengrondse, giftige deel van de aardappelplant

Gangbaarheid