aanzegging
- Geluid: aanzegging (hulp, bestand)
- aan·zeg·ging
- Naamwoord van handeling van aanzeggen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanzegging | aanzeggingen |
verkleinwoord |
de aanzegging v
- officiële kennisgeving aan een belanghebbende
- Nu moet er over een scheiding worden onderhandeld, en over de relatie daarna. Maar dat kan pas als het Verenigd Koninkrijk ook formeel aankondigt op te stappen, door artikel 50 uit het EU-verdrag in te roepen. Londen treuzelt daarmee. De Britten willen het liefst eerst informeel aftasten welke afspraken mogelijk zijn, voordat ze definitief een besluit nemen. Maar de EU-leiders houden de boot stug af. „No negotiation without notification”, geen onderhandelingen zonder ‘aanzegging’ door de Britse regering, klinkt het in Brussel al maanden. Iedereen is beducht voor Britse spelletjes, zoals in de afgelopen drie jaar. Van de verdeeldheid waarop Londen zou speculeren, bestaan vooralsnog geen tekenen.[2]
1. officiële kennisgeving aan een belanghebbende
- Het woord aanzegging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Stéphane Alonso 30 september 2016