aanvangswedstrijd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·vangs·wed·strijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanvangswedstrijd aanvangswedstrijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanvangswedstrijdm

  1. (sport) de eerste wedstrijd van een competitie of toernooi


Gangbaarheid