Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·vals·po·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanvalspoging aanvalspogingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanvalspogingv

  1. (sport) (militair) de keer dat men probeert de tegenstander met een offensieve actie te verslaan
     Na een mislukte aanvalspoging werd Lippert ingerekend, maar Brand wist wel weg te springen en stand te houden. Tot op de finish, die ze met twee seconden voorsprong op onder meer klassementsleidster Emma Norsgaard passeerde. Amy Pieters eindigde als vierde.[1]
     Organisaties zijn verplicht om ernstige datalekken binnen 72 uur te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Vervolgens moet blijken of dat een geslaagde aanvalspoging was of niet. Zo ja, dan wordt vervolgens gekeken of er ook data zijn gestolen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Brand blijft peloton net voor en boekt etappezege in Ronde van Thüringen” (27-05-2021), NOS
  2.   Weblink bron “29 mogelijke datalekken gemeld na problemen met Citrix” (22-01-2020), NOS