aansprakelijkheidstermijn

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·spra·ke·lijk·heids·ter·mijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aansprakelijkheidstermijn aansprakelijkheidstermijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aansprakelijkheidstermijnm

  1. periode dat men iemand nog ter verantwoording kan roepen voor een veroorzaakte schade
     Bomans vindt dat de overheid de coöperant ondertussen blijft aan het lijntje houden. ‘Vlak voor de verkiezingen beloofde minister Koen Geens een plan B. Dit staat ook in het regeerakkoord maar er gebeurt niets.’ Dat Deminor nu alvast 2.169 coöperanten de staat laat dagvaarden, heeft alles met verjaringstermijnen te maken. ‘We moesten voor eind dit jaar dagvaarden om de bijzondere aansprakelijkheidstermijn van de overheid nog te kunnen inroepen’, zei Bomans.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Pascal Dendooven
    “Arco-coöperanten dagvaarden Belgische staat” (17 december 2015), De Standaard