aansporing
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aansporing (hulp, bestand)
- IPA: / ˈansporɪŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·spo·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aansporen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aansporing | aansporingen |
verkleinwoord | aansporinkje | aansporinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de aansporing v
- aanmoediging tot actie
- Na een kleine aansporing wilde de meester toch wel beginnen met de uitleg.
- ▸ Tv-zender CNN vatte Obama’s woorden op als een aansporing voor jongeren om te blijven protesteren tegen het politiegeweld.[1]
Vertalingen
1. aanmoediging tot actie
Gangbaarheid
- Het woord aansporing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aansporing" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Theo Koelé“De maat is vol, Obama keert zich tegen zijn opvolger Trump” (4 juni 2020), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be