aanrommelen
- Geluid: aanrommelen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanrɔmələ(n) / (4 lettergrepen)
- aan·rom·me·len
- samenstelling van aan vz en rommelen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanrommelen |
rommelde aan |
aangerommeld |
zwak -d | volledig |
aanrommelen
- onovergankelijk planloos te werk gaan
- In het begin rommelde de band maar wat aan.
- Bij deze tekst heb ik nog maar een stuk aangerommeld (klungelig toegevoegd)
1. planloos te werk gaan
- Het woord aanrommelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanrommelen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be