aanmodderen
- Geluid: aanmodderen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanmɔdərə(n) / (4 lettergrepen)
- aan·mod·de·ren
- samenstelling van aan vz en modderen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanmodderen |
modderde aan |
aangemodderd |
zwak -d | volledig |
aanmodderen
- planloos te werk gaan, halfslachtig te werk gaan
- ▸ Na een aantal jaren aanmodderen gingen we uiteindelijk naar een gespecialiseerde kliniek in het West- Duitse Frankfurt am Main waar mama werd ingepland voor een speciale operatie.[1]
- Het woord aanmodderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanmodderen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be