Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mod·der·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanmodderen

modderde aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanmodderen
    • Ik modderde aan. 
    • Jij modderde aan. 
    • Hij, zij, het modderde aan. 


Gangbaarheid