Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·min·nig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanminnigheid aanminnigheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de aanminnigheidv

  1. de hoedanigheid van het aanminnig zijn
    • De aanminnigheid van het kind werd erg schattig gevonden. 
Synoniemen

Gangbaarheid