aanlevering
- Geluid: aanlevering (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanlevərɪŋ / (4 lettergrepen)
- aan·le·ve·ring
- Naamwoord van handeling van aanleveren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanlevering | aanleveringen |
verkleinwoord |
de aanlevering v
- het zorgen dat bepaalde goederen op de bestemde plaats komen
- Gemeenten schrikken burgers bovendien af door de veelheid aan papierwerk die ze opvragen voor de schuldhulp kan beginnen. Begrijpelijkerwijs willen gemeenten zich een beeld vormen van de financiële situatie van burgers, maar ze schieten geregeld door, blijkt uit het rapport. Eén gemeente vroeg om afschriften van de spaarrekening van thuiswonende kinderen, „ook als hier geen tegoed op staat”. Een andere gemeente eiste een aanlevering van documenten „zonder nietjes”.[1]
- Een wandeltocht in Amsterdam en een boek tonen de invloed van de productie, aanlevering en distributie van eten op de stad, vroeger en nu.[2]
- Het woord aanlevering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.