aanhangigmaking
- aan·han·gig·ma·king
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanhangigmaking | aanhangigmakingen |
verkleinwoord | - | - |
de aanhangigmaking v
- het aanhangig maken
- (juridisch) (procesrecht) inroeping van de bevoegdheid van de rechter of rechtbank
- [2] saisine
- Het woord aanhangigmaking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.