• aan·dachts·sfeer
enkelvoud meervoud
naamwoord aandachtssfeer aandachtssferen
verkleinwoord
  1. datgene waar een persoon interesse in heeft
     ' 'Weten je ouders ervan?' 'Alles wat na Christus' geboorte heeft plaatsgevonden ligt buiten hun aandachtssfeer.[1]



  1. Victoria Holt
    “Gevangene van de Pasja” (1989), Saga, ISBN 9788726484915