Zuid-Koreaans
- Geluid: Zuid-Koreaans (hulp, bestand)
- IPA: / ˌzœytkoreˈjans / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌzœʏ̯t koreˈjans/, /ˌzʌʏ̯t koreˈjans/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌzœːt koreˈjaːns/
- (Limburg): /ˌzœːt koreˈjaːns/, /ˌzœː koreˈjaːns/
- Zuid-Ko·re·aans
- Afgeleid van Zuid-Koreaan met het achtervoegsel -s
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Zuid-Koreaans | Zuid-Koreaanser | Zuid-Koreaanst |
verbogen | Zuid-Koreaanse | Zuid-Koreaansere | Zuid-Koreaanste |
partitief | Zuid-Koreaans | Zuid-Koreaansers | - |
Zuid-Koreaans
- (demoniem) op Zuid-Korea betrekking hebbend
Demoniemen bij Zuid-Korea in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Zuid-Koreaan • inwoonster: Zuid-Koreaanse • bijvoeglijk: Zuid-Koreaans |
- Het woord Zuid-Koreaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.