Zuid-Amerikaanse visdief

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Zuid-Ame·ri·kaan·se vis·dief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Zuid-Amerikaanse visdief Zuid-Amerikaanse visdieven
verkleinwoord Zuid-Amerikaans visdiefje Zuid-Amerikaanse visdiefjes

Zelfstandig naamwoord

de Zuid-Amerikaanse visdiefm

  1. (steltloperachtigen) Sterna hirundinacea   een zeevogel uit de familie van de meeuwen (Laridae  ) en de geslachtengroep sterns (Sternini). Deze soort komt voor aan de kusten en eilanden van zuidelijk Zuid-Amerika, met name van de Peruaanse kust en zuidoostelijk Brazilië tot Vuurland en de Falklandeilanden
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie