Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: zittend
kern van Zittend
  • Zit·tend
  • (verkorting) van "Zijdtwindt", de naam in 1745, van Middelnederlands sidewende: binnendijk, dijk die aan de zijkant 'side' van een gebied loopt 'wende' [1]; let op de verandering van het woordgeslacht: het was De Zijdtwindt en het is 't Zittend
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Zittend Zittends -
verkleinwoord - - -

Zittend o

  1. (toponiem), buurtschap in de gemeente Drechterland, provincie Noord-Holland