Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Z.K.H.
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Z.K.H. H.H.K.K.H.H.
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de Z.K.H.m

  1. titel voor niet-regerend mannelijk lid van een koninklijk geslacht
     De finale in TivoliVredenburg, bijgewoond door beschermheer Z.K.H. Prins Constantijn, was spannend.[1]
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Mischa Spel
    “Stijlvolle violiste Coraline Groen wint met timing en eigenheid” (2 februari 2020) op nrc.nl