H.K.H.
- H.K.H.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | H.K.H. | H.H.K.K.H.H. |
verkleinwoord | - | - |
de H.K.H. v
- titel voor niet-regerend vrouwelijk lid van een koninklijk geslacht
- ▸ Op iemand afstappen en vragen om geld: voor H.K.H. Margarita Prinses de Bourbon de Parme blijft het wennen.[1]
- vrouwelijke vorm van Z.K.H.
- Het woord H.K.H. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Danielle Pinedo“‘Hippische sport in Nederland is van een ongekend niveau’” (24 januari 2014) op nrc.nl