Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Vi·o·li·nist
enkelvoud meervoud
nominatief der Violinist die Violinisten
genitief des Violinisten der Violinisten
datief dem Violinisten den Violinisten
accusatief den Violinisten die Violinisten

Zelfstandig naamwoord

Violinist, m

  1. (beroep), (muziek) violist
Synoniemen
Verwante begrippen