1. Beeldmerk van Staatsbosbeheer op een informatiebord.
  • Staats·bos·be·heer
enkelvoud meervoud
naamwoord Staatsbosbeheer -
verkleinwoord - -

het Staatsbosbeheero

  1. (regering) dienst van de landelijke overheid belast met houtproductie en de instandhouding van natuurgebieden
     Natuurorganisaties waaronder Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten lieten afgelopen weekend weten zich zorgen te maken over de drukte in natuurgebieden, omdat het broedseizoen aanstaande is.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Marcel aan de Brugh
    “‘Menselijke drukte op de Veluwe werd wolvin fataal’” (7 maart 2021) op nrc.nl