Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·won·derd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verwonderen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verwonderd verwonderder verwonderdst
verbogen verwonderde verwonderdere verwonderdste
partitief verwonderds verwonderders -

Bijvoeglijk naamwoord

verwonderd [1]

  1. verbaasd
    • Verwonderd over het alledaagse[2] 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: verwonderen…
verbogen vorm: verwonderde

verwonderd

  1. voltooid deelwoord van verwonderen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen