Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·won·de·rend

Werkwoord

vervoeging van: bewonderen
verbogen vorm: bewonderende

bewonderend

  1. onvoltooid deelwoord van bewonderen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bewonderend bewonderender bewonderendst
verbogen bewonderende bewonderendere bewonderendste
partitief bewonderends bewonderenders -

Bijvoeglijk naamwoord

bewonderend

  1. positief, enthousiast
    • De show stelen. Niet alleen voetballers doen het, mascottes kunnen er ook wat van. Toen tijdens de Champions League-hymne voor het duel Barcelona-Manchester City de camera passeerde, deed een jongetje voor de neus van Samuel Umtiti een heuse 'dab'. Het leverde op Twitter een stroom aan vooral bewonderende reacties op. [1] 
    • Enkele tientallen Bornenaren ontvangen de 3,5 meter hoge mammoet van kunststof met bewonderende blikken. Heel even mogen ze het kunstwerk dat Patrick Jossos heeft gemaakt van Bornes oudste ‘inwoner’ bewonderen. [2] 
     Haar blik bleef gericht op beide gezichten van haar kinderen, waarop een bewonderende blik lag. 'Kijk, een echte leeuw! ' zei Dennis vol ontzag.[3]
     Ó'zei ze bewonderend toen ze terugkeerde met alleen haar hemd aan en zonder onderbroek, ík ben een beetje bang, ik ben het zo ontwend, het is zo lang geleden.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen