Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·no·li·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘wolvet’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord lanoline lanolines
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de lanolinev / m [3]

  1. gezuiverd vet van schapenwol, wolvet
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen