Schwangerschaftsdiabetes

Duits

Uitspraak

• IPA: /ˈʃvaŋɐʃafʦˌdiaˈbeːtɛs/

Woordafbreking

• Schwan·ger·schafts·di·a·be·tes

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van Schwangerschaft en Diabetes met het invoegsel -s-.

Zelfstandig naamwoord

Schwangerschaftsdiabetes v

1. (medisch) (zonder meervoud) zwangerschapsdiabetes

   «Die Krankenkassen übernehmen die Kosten des Zuckerbelastungstests nur, wenn ein bekanntes Risiko besteht oder ein begründeter Verdacht auf Schwangerschaftsdiabetes vorliegt.»

   De ziekenfondsen dragen de kosten van de orale glucosetolerantietest uitsluitend als een bekend risico bestaat of er een gegronde verdenking op zwangerschapsdiabetes is.

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	die Schwangerschaftsdiabetes	-
genitief	der Schwangerschaftsdiabetes	-
datief	der Schwangerschaftsdiabetes	-
accusatief	die Schwangerschaftsdiabetes	-

Synoniemen

• Gestationdiabetes

Hyperoniemen

• Diabetes, Krankheit; Schwangerschaft