Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: schriftgeleerde


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Schrift·ge·leer·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Schriftgeleerde Schriftgeleerden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de Schriftgeleerdem

  1. (religie) iemand die bijzondere kennis heeft van de Bijbel en zijn betekenis
     Het Schriftgebruik van de doopsgezinden had in zekere zin een revolutionair aspect. Het principe van het algemene priesterschap maakte van elke gelovige een Schriftgeleerde, ook van gewone ambachtslieden.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Schriftgeleerde op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Guido Marnef, Antwerpen in de tijd van de Reformatie.
    “ (1996), Meulenhoff, Amsterdam / Kritak, Antwerpen, ISBN 9063036582, p. 221 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren