Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Sä·ge·müh·le
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoorden Säge en Mühle
enkelvoud meervoud
nominatief die Sägemühle die Sägemühlen
genitief der Sägemühle der Sägemühlen
datief der Sägemühle den Sägemühlen
accusatief die Sägemühle die Sägemühlen

Zelfstandig naamwoord

Sägemühle, v

  1. (economie) zaagmolen, zaagwerk, zagerij
    «Die Städte liegen daher alle an den Ströhmen (huidig: Strömen) und Flüssen, wodurch sie die Bequemlichkeit erhalten, das Holz ohne Beschwerde auf die Sägemühlen zu schaffen. [1]»
    De steden bevinden zich allemaal aan de stroomen en rivieren, waardoor ze het gemak hebben, het hout zonder problemen naar de zagerijen te brengen.
Synoniemen
Hyperoniemen

Verwijzingen

  1. Vom Fabrikwesen in Norwegen.
    • Autor: Johann Christian Fabricius (1745-1808)
    • Technologisches Magazin. 1790-1794.
    • Memmingen, 1790, 1.Band, Seite 57