Pentateuch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Pentateuch (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɛntatøx / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Pen·ta·teuch
Woordherkomst en -opbouw
- via Latijn Pentateuchus van Oudgrieks πεντάτευχος (pentáteuchos) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Pentateuch | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de Pentateuch m
- (religie) benaming voor de vijf eerste boeken van de Bijbel
- ▸ Met de wetgever wordt Mozes - die de Pentateuch zou hebben geschreven - bedoeld.[2]
Synoniemen
Meroniemen
Gangbaarheid
- Het woord Pentateuch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Pentateuch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Anneleen De Coux“‘De ornamentenversierde cither heraangeraakt’. De metapoëzie van Jacques Hamelink.”, proefschrift (2012), Vrije Universiteit Brussel, p. 352